Vroeger had je baggerbeugels. Daarmee baggerden boeren hun sloten. Dat moest van de waterschappen, anders kon het water niet snel genoeg van het land stromen. Dat baggeren is zwaar werk. Nu wordt dat gedaan met machines. De baggerbeugels kun je hier en daar nog wel kopen maar wie wil nog zo’n apparaat hebben?
Bezems lijken nog wel te kunnen overleven, ondanks moderne alternatieven zoals stofzuigers en hogedrukreinigers. Bezems hebben dus iets wat baggerbeugels niet hebben.
Schepnetten met houten steel had je vroeger ook, nu vind je ze nauwelijks meer. Stelen zijn tegenwoordig meestal van aluminium en hol. In gewicht scheelt dat nauwelijks met massief hout. Hout is sterker – al helemaal bij grotere lengte. Dat komt door de vezelstructuur. Bovendien is hout goedkoper. Je hebt ook stelen van synthetisch vezelversterkt materiaal. Die zijn al weer iets sterker dan die van aluminium maar meteen ook een stuk duurder.
Netten worden nu meestal gemaakt van rechte stukken ongeweven doek, een soort vitrage. Dat is dan met naden tot een geschikte vorm gestikt. Dat maakt ze goedkoop maar ook kwetsbaar. Netten uit één stuk zie je nog wel bij baggerbeugels.
Opvallend hoe we al vernieuwend kunnen verdwalen. Pak dan gewoon de kaart er bij: schepnetten met lange houten steel en een net uit één stuk. Effectiever, sterker en uiteindelijk een stuk goedkoper.
